Variatie in aanbieden van theorie
Achtergrond informatie
Week: 6 t/m week 14
Klas: 1a
Opleiding: Onderwijsassistenten en Pedagogisch Medewerkers, MBO niveau 3&4.
Inleiding
Tijdens de theorieles merk ik dat de klas onrustig is. Ik vraag me af of het zou werken wanneer ik hen meer inspraak geef over hoe zij de theorie ontvangen. Normaal houdt ik altijd ongeveer dezelfde werkwijze aan. Normaal geef ik mijn theorie door de theorie te bespreken, de theorie op het bord te noteren en daarbij voorbeelden te noemen.
Echter wilde ik in het kader van mijn onderzoeksvraag eens iets nieuws proberen.
Ik gebruik hierbij autonomie ondersteunende taal. Deze is informerend, overleggend en uitnodigend. Voorbeelden van hoe je deze zin start zijn ‘je mag’, ‘je kunt’. Wanneer er iets plaats moet vinden dan legt men de noodzaak daarvan uit. Zelf spreek ik over autonomie ondersteunende communicatie, omdat je ook non-verbaal en in de interactie controlerend kunt communiceren Vansteenkiste et al. (2005)
Relatie, sociale verbondenheid. De verbondenheid met de omgeving, ofwel vertrouwen hebben in anderen. En een positief klimaat in de klas, studenten moeten zich vrij voelen om vragen te stellen en niet bang zijn om fouten te maken (Verbeeck, 2010). De studenten kunnen en durven aan te geven welke manieren van theorie zij graag zouden willen ontvangen.
Ik krijg verschillende antwoorden op mijn vraag over hoe zij de theorie aangeboden willen krijgen. Een aantal ideeën die ook realistisch zijn voor deze les en ook kunnen worden uitgevoerd neem ik met hen door. Vanuit daar wordt een keuze gemaakt.
Theorie mondeling
Met een van deze nieuwe ideeën heb ik de les voortgezet. De studenten geven aan dat zij bepaalde theorie graag mondeling toegelicht willen krijgen, zoals opsommingen of voorbeelden.
Aan het einde van de les geven twee leerlingen aan dat dit voor hen niet de manier is, maar dat ze het prettig vinden dat ze hierover inspraak hebben gehad. De andere leerlingen geven aan dat zij deze manier erg prettig vinden omdat er op deze manier meer interactie is over de lesstof.
Ik merk dat deze stof er voor zorgt dat we sneller door de stof heen gaan, wat op zich prettig is wanneer er weinig tijd is en veel behandeld moet worden. Ook worden de studenten hierdoor min of meer ‘gedwongen’ naar me te luisteren. Het grote nadeel dat hier aan vast hangt is dat sommige studenten dit niet bij kunnen houden.
Ik heb er voor gekozen om steeds kleinere stukjes tussendoor mondeling te bespreken, dit scheelt veel tijd. Ook wanneer stof optioneel is om op te schrijven heb ik er vaak voor gekozen om de stof mondeling toe te lichten.
Ik merk dat mondeling de theorie aanbieden maar werkt voor een korte duur, het is anders eigenlijk een vrij saaie manier van aanbieden.
Meer voorbeelden in de theorie
Studenten geven aan meer voorbeelden te willen in hun theorie. Hierdoor kunnen zij beter de link leggen tussen de theorie en de praktijk.
Ik heb hierbij rekening gehouden bij het voorbereiden van mijn lessen. In de lessen staan al kleine voorbeelden genoemd, zodat ik hier naar kan terugkoppelen. Ook laat ik de studenten zelf voorbeelden noemen omdat hierdoor ook de interactie weer geactiveerd wordt tijdens de lessen.
Ik merk dat de studenten hier goed op reageren, een beetje sparren over de theorie lijkt te zorgen voor het makkelijker ‘eigen maken’ van de stof. De studenten geven dit ook aan. Dit is een kleine handeling die zorgt voor een prettige wending in de klas. Er ontstaat meer interactie tussen mij en studenten maar ook tussen de studenten onderling. Het is tijdens deze interactie ook makkelijker om de studenten te stimuleren en meer te complimenteren. Hierdoor is er meer positieve
Volgens Deci en Ryan (1985; 2000) heeft iedere student een psychologische behoefte aan competentie. Dat wil zeggen dat ze het gevoel willen hebben dat zij in staat zijn om bepaalde activiteiten goed te doen, dat ze ‘ergens goed in zijn’. Door het geven van opdrachten, rekening te houden met het cognitieve niveau van de studenten en hun vaardigheden kunnen docenten bijdrage aan het gevoel van competentie bij hun studenten en daarmee aan het versterken van hun intrinsieke motivatie.
Uitkomst
Met deze kleine didactische aanpassing heb ik ook een aanpassing gemaakt in het pedagogische handelen. Door dat er meer interactie is, groeit ook de band met mijn studenten en de band tussen de studenten onderling. Dit sluit aan bij de basisbehoeften relatie van Luc Stevens (1997). Dit wil ik blijven aanhouden tijdens mijn theorielessen.
Door deze handeling krijgen de studenten meer relevatie van de taak, het leren waarderen van de taak wordt hierbij gestimuleerd.
Het gebruiken van meer voorbeelden gebruik ik wekelijks in mijn theorielessen. Dit is iets wat ik graag meeneem als docent.
Maak jouw eigen website met JouwWeb