Conclusie
Conclusie ten aanzien van het onderwijspedagogische handelen
Doel van de aanpak
Het doel van de uitgevoerde handelingen was door aanpassingen in mijn onderwijspedagogisch handelen te zorgen dat studenten zich meer eigenaar kunnen voelen voor hun eigen leerproces. Hierbij is er een achterliggend doel waarbij ik hoop dat de motivatie van de studenten wordt bevorderd. De studenten kunnen zelfsturend leren, zelfstandig aan de slag, hierdoor krijgen zij meer vrijheid in de keuze van de invulling van de lessen en meer keuze in hoe zij hun lessen aangeboden willen krijgen.
Belangrijkste kenmerken van de aanpak
De verandering in mijn onderwijspedagogisch handelen, komt met kleine stapjes. De studenten zullen niet direct een andere manier van lesgeven hebben ervaren.
De belangrijkste kenmerken uit mijn aanpak zijn dat ik deze gekoppeld heb aan de basisbehoeften van Luc Stevens (1997). Relatie omdat het belangrijk is dat iedere student zich veilig, geaccepteerd, gehoord voelt. Ik vind het belangrijk dat ook gedurende het onderzoek de sfeer binnen de klas goed is. Ik wilde dat er een goede band zou zijn tussen mij en de studenten en studenten onderling om zo een optimaal prettige sfeer te creëren in de klas, waarin iedereen tot werken kan komen. Dit in combinatie met het laten ervaren van de andere twee basisbehoeften, namelijk competentie en autonomie.
Er is naar voren gekomen dat als je wilt bereiken dat studenten (mede) verantwoordelijk worden voor hun eigen ontwikkeling, de sturing door de studenten moet toenemen.
Als ik kijk naar mijn manier van les geven en de daarbij gebruikte werkvormen, dan merk ik dat (begeleid) zelfstandig leren een interessante werkvorm is bij dit onderzoek.
De verantwoordelijkheid voor de uitvoering moet nu langzaam maar zeker bij de student gelegd worden. Dit kan worden bereikt door in je onderwijsaanpak van docent gestuurde naar gedeelde sturing te gaan. Dat wil zeggen dat studenten onder begeleiding van een docent de verschillende fasen van zelfstandig leren in het leerproces doorlopen zoals het oriënteren, uitvoeren en terugkijken. Leermiddelen die dit zelfstandig leren mogelijk maken zijn: studenten plannen zelf activiteiten en evalueren zelf het effect van de activiteiten en studenten kiezen zelf taken en activiteiten uit.
Randvoorwaarden voor inzet in de praktijk
Een randvoorwaarden was dat het pedagogische klimaat niet mocht leiden onder het onderzoek. Hierbij heb ik rekening gehouden met het voldoen aan de basisbehoeften van Luc Stevens (1997).
Ik heb het onderzoek uitgevoerd tijdens de door mij gegeven lessen, hier zijn dan ook de verschillende handelingen ingevoerd en of uitgevoerd.
Normen en waarden
Een principe om de verantwoordelijkheid te benaderen is het verschil tussen normen en waarden.
Waarden zijn principes en overtuigingen die je gedrag richting en perspectief geven en waaraan je je gedrag kan toetsen. Ik heb het gedrag van mijn studenten getoetst middels gesprekken met de studenten en door te observeren wat mijn handelingen in de praktijk doen met de studenten. Verantwoordelijkheid nemen voor, in dit geval, het leerproces, is een waarden.
Normen zijn regels en afspraken die voor een bepaalde duur en bepaalde plaats zijn afgesproken, in dit geval het meer verantwoordelijk maken van de studenten, het geven van meer keuzevrijheid. Bijvoorbeeld de indeling van het mentoraat uur in mijn onderzoek. Er mag door de studenten zelf gekozen worden wat zij willen doen, echter is het wel belangrijk dat er dan ook daadwerkelijk iets wordt gedaan. Stel zij zouden de tijd niet benutten dan zouden daar sancties over worden toegepast. Zouden de studenten niet om kunnen gaan met deze vrijheid dan kunnen we kijken hoe we dit bijstellen zodat het eventueel wel zou lukken.
Rol van de docent en leerlingen
Rol van de docent
Van docenten wordt gevraagd dat zij hun docentgedrag aanpassen aan wat de studenten nodig hebben om verantwoordelijk te zijn voor hun leerproces. Het gaat dan om verschillende kanten die een docent vrij moet laten of juist moet sturen. Als eerst moet de docent de leerlingen ruimte bieden. De studenten hebben ruimte nodig om hun eigen doelen te kiezen, om hun taken en doelen te plannen en hun eigen leerstrategieën te bepalen. Dit is nodig omdat studenten al intrinsiek gemotiveerd zijn en dit moet vastgehouden worden en worden vergroot. Je kunt als docent de intrinsieke motivatie vergroten door veel aandacht te hebben voor de relatie met leerlingen en de leerlingen onderling. Ook geven Deci en Ryan (1985) aan dat wanneer een docent de studenten keuzes geeft, gevoelens erkent en kansen biedt om zelf richting te geven aan het leerproces, de studenten zich meer autonoom voelen. Hierdoor zou de intrinsieke motivatie van de studenten groeien. Hiernaast kan de docent de studenten ook extrinsiek motiveren door doelen te stellen en hier beloningen aan te hangen. Dit kan een opstap zijn naar een intrinsieke motivatie.
Als docent zou je kunnen stellen dat je in een meer begeleidende en coachende rol terecht komt. Studenten gaan zelf aan de slag met hun eigen leerproces, maar jij bent er altijd bij en kijkt mee langs de zijlijn. Mijn handelen is op deze manier echt veranderd.
Wat vraagt het van de leerlingen
Studenten kiezen hun eigen doelen, zij zelf bepalen wat ze willen leren en wanneer ze dit willen. Ze krijgen vrijheid om met hun eigen leerstrategie, hun gekozen doelen te behalen. Bij zelfverantwoordelijk leren, maakt de student gebruik van metacognitieve vaardigheden om goed te plannen en te reflecteren. De studenten zijn gemotiveerd om te leren en voelen zich autonoom en competent. De studenten hebben wel hun omgeving nodig om zelfverantwoordelijk te kunnen zijn, want ze leren ook van en met elkaar. De leeromgeving speelt hierbij dus ook een belangrijke rol.
Hoe ervaren de studenten de zelfverantwoordelijkheid en betrokkenheid in het eigen leerproces?
De studenten geven aan dat zij genoeg ruimte krijgen om zelfverantwoordelijkheid te krijgen over hun eigen leerproces en zich daarbij betrokken voelen. De studenten geven aan gemotiveerd te zijn gedurende hun leerproces. Zij willen graag zo goed mogelijk de opleiding doorlopen en uiteindelijk slagen met goede cijfers.
Uit gesprekjes met de studenten en uitslagen zoals onder andere uit de enquête is duidelijk geworden dat over het algemeen zij de manieren die op dit moment worden gehanteerd als prettig ervaren. De studenten zijn betrokken en gemotiveerd bij de meeste onderwijsactiviteiten.
Om de motivatie en betrokkenheid nog meer te verhogen, zou meer aandacht besteed kunnen worden aan het zelfvertrouwen van de studenten en aan het betekenis geven aan de taak die zij moeten uitvoeren.
Maak jouw eigen website met JouwWeb